Wat we kunnen leren van een mierenplaag in een Zwitsers dorp

News (Austria, Belgium, Germany, Netherlands and Switzerland)

Al vele jaren verspreidt de invasieve mierensoort mediterraan draaigatje (Tapinoma magnum) zich in Centraal- en Noord-Europa. Waarschijnlijk is deze soort mee overgekomen met potplanten uit het Middellandse Zeegebied. Deze mieren lijken op de zwarte wegmier (Lasius niger), maar in tegenstelling tot deze inheemse soort kan het mediterraan draaigatje superkolonies vormen, met duizenden koninginnen en miljoenen werkers.

In een klein dorp met zo'n 900 inwoners in de buurt van Basel, Zwitserland, is het mediterraan draaigatje het afgelopen decennium uitgegroeid tot een enorm probleem. Dankzij de hete zomers heeft de soort kunnen gedijen en bijna alle inheemse mierensoorten verdrongen. Zo vernietigt het mediterraan draaigatje de lokale biodiversiteit.

De soort is eenvoudig te herkennen. Op hun zoektochten naar voedsel zijn ze met veel meer insecten dan de zwarte wegmier, ze bewegen ze zich in een mierenspoor dat wel 1 tot 2 cm breed kan zijn. In tegenstelling tot de meeste inheemse mierensoorten verschillen de volwassen werkers van het mediterraan draaigatje in grootte, met een lengte van 2 tot 5 mm. Dit grootteverschil heeft de Europese wegmier bijvoorbeeld niet.

Als mediterrane draaigatjes worden vertrapt, kunnen ze ruiken naar ranzige boter. De werkers voeden zich hoofdzakelijk met de suikerrijke ontlasting van luizen door trofobiose, maar dringen ook huizen binnen op zoek naar voedsel. Veel mensen uit het dorp hebben dat al ondervonden. 

Deze superkolonie kan niet worden uitgeroeid door dorpsbewoners die de mieren bestrijden in hun eigen huizen en tuinen. Er zullen te veel satellietnesten blijven bestaan en de populatie zal zich weer herstellen. Deze plaag vraagt om een geïntegreerde aanpak waarbij gel, sprays en korrels worden ingezet als lokmiddelen.

De gel moet worden aangebracht langs de mierensporen om de koninginnen en larven in de nesten te bereiken via trophallaxis. Dit is noodzakelijk voor een succesvolle bestrijding, want als enkele koninginnen overleven kan de plaag terugkeren.
Een residueel insecticide moet op boomstammen worden gespoten om te voorkomen dat de mieren zich voeden met luizen en om de huizen te beschermen tegen een miereninvasie.
Oplosbare korrels moeten worden gebruikt om alle satellietnesten die worden gevonden te behandelen. De korrels alleen zullen het probleem niet oplossen, maar ze kunnen wel zorgen voor tienduizenden minder hongerige insecten.

Om dit ernstige probleem onder controle te krijgen – en hopelijk zelfs helemaal op te lossen – moeten alle bewoners aangeven waar ze de mediterrane draaigatjes zien om de plaag in kaart te brengen. Na een grondige inventarisatie moet een bestrijdingsplan worden opgesteld door professionele ongediertebestrijders. Verschillende vormen van insecticiden en bestrijdingsmaatregelen zijn noodzakelijk en ze moeten het plan presenteren aan de dorpsbewoners tijdens een informele bijeenkomst. De coördinatie van een project van deze omvang kan wel een jaar in beslag nemen.

Neem voor meer informatie over de bestrijding van mierenplagen contact op met de Business Manager voor uw land.

GEBRUIK BIOCIDEN OP EEN VEILIGE MANIER. LEES VOOR GEBRUIK ALTIJD HET ETIKET EN DE PRODUCTINFORMATIE.

©2021 Syngenta. Alle rechten voorbehouden. Tel: +41 61 323 1111 Fax: +41 61 323 5608 E-mail: ppm.eame@syngenta.com Website: www.SyngentaPPM.com/BNL